Schematherapie.
De schematherapie werd in de jaren ’90 ontwikkeld door de Amerikaanse psycholoog Jeffrey Young en is dus een relatief nieuwe vorm van psychotherapie. Het is een integratieve therapie die gebruikt maakt van de cognitieve gedragstherapie (CGT) naast andere effectief bevonden therapievormen.
Het verschil met CGT is dat de schematherapie meer focust op de ontstaansbodem van huidige problemen, die voor veel chronische problemen in het verleden ligt waar het kind tekorten heeft gehad in de opvoeding en in zijn relatie met belangrijke anderen (bijv. leeftijdsgenoten, broers en zussen, leerkrachten, …). Het gaat hier over een aantal universele basisbehoeften die als kind vervuld moeten worden om op te kunnen groeien tot een gezonde en evenwichtige volwassene, met een gezond beeld over zichzelf, anderen en de wereld. Denk hierbij aan de behoefte om geliefd en gekoesterd te worden, in veilige en voorspelbare omstandigheden op te groeien, zelfstandigheid en competenties te kunnen ontwikkelen, grenzen te krijgen en frustratietolerantie te leren, …
Wanneer deze basisbehoeften structureel geschonden worden ga je al heel vroeg specifieke patronen van denken, voelen en handelen ontwikkelen waar je na verloop van tijd in vastloopt. Die kritiek die je nu van je baas krijgt, doet je bijvoorbeeld onbewust denken aan de uitbarstingen van je vader. Je voelt je plots terug dat kleine kind van vroeger en slaagt er niet in om hier rustig op te reageren. Je hebt zo doorheen je jeugd een aantal ‘gevoelige snaren’ – schema’s – ontwikkeld die snel getriggerd kunnen worden door alledaagse gebeurtenissen. Dit kan dan leiden tot heftige gemoedstoestanden en specifieke gedragingen – modi – die zo ingebakken en automatisch zijn dat je ze maar moeilijk onder controle krijgt.
Veel probleemgedragingen zijn effectief in één van de verschillende omschreven modi te vervatten (bijvoorbeeld zelfverwonding, eetbuien, woede-uitbarstingen, onderdanigheid, agressie, dwangmatig en controlerend gedrag, …).
In schematherapie werken we met het bovenstaande. We leggen linken tussen je verleden en je huidige reactie- en zienswijzen om zo meer inzicht te krijgen in hun ontstaan en functie. Vervolgens proberen we beetje bij beetje je oude wonden te helen en gaan we samen op zoek naar een beter evenwicht en aanpassing. Hierdoor komen er ook steeds minder nieuwe wonden bij.
We gebruiken hiervoor zowel cognitief-gedragstherapeutische technieken alsook krachtige ervaringsgerichte technieken zoals imaginatie-oefeningen en stoelendialogen die je gedachten en gevoelens tot in de kern veranderen. Ook de therapeutische relatie is binnen schematherapie erg belangrijk. Vanuit de fundamentele overtuiging dat traumatisering en geschonden basisbehoeften aan de oorsprong van je problemen liggen, zal de schematherapeut aan ‘limited reparenting’ doen. Dit betekent dat hij zich als een soort van pleegouder zal gedragen, om zo de opgelopen tekorten te helpen opvullen en de emotionele ontwikkeling terug vlot te trekken. Het is dus een erg warme en ondersteunende therapie die anderzijds ook de nodige begrenzing en gezonde confrontatie geeft.
Schematherapie werd wetenschappelijk onderzocht en effectief bevonden bij chronische problematiek die niet goed reageert op de standaard behandelmodellen zoals bijvoorbeeld CGT en is één van de voorkeursbehandeling bij persoonlijkheidsstoornissen.