Eetstoornissen.
We spreken van een eetstoornis wanneer iemand obsessief bezig is met eten, uiterlijk en/of gewicht en dit het eigen functioneren begint te verstoren. Je denkt voortdurend aan wat je allemaal moet, wilt of niet mag eten van jezelf. Je legt jezelf strikte regels of voornemens op en wanneer je je hier niet aan kunt houden voel je je schuldig en kan je erg boos en teleurgesteld zijn. Je bent bang om aan te komen en daardoor sta je veel of juist niet op de weegschaal. Soms onderneem je ook andere pogingen om af te vallen of stabiel te blijven (zoals sporten, braken of laxeren), al hoeft dat niet per se het geval te zijn. Vaak vind je jezelf ook te dik en heb je een erg negatief lichaamsbeeld. Sommigen kunnen daarentegen wel zien dat ze (te) mager zijn, maar zijn dan erg bang om dit los te laten.
Een eetstoornis ontstaat vaak in de puberteit, maar regelmatig ontwikkelt het zich ook later in iemands leven. Bijvoorbeeld in reactie op stressoren zoals een relatiebreuk of een maag/darmaandoening of na een uit de hand gelopen dieetpoging. Jong en oud kan er dus mee te maken krijgen en hierbij gaat het heus niet alleen om vrouwen! Het gestoorde eetgedrag heeft vaak een belangrijke functie. Voor de één is het een manier om met emoties om te gaan, voor de ander is de eetstoornis een houvast of poging om het negatieve zelfbeeld op te krikken. Nog andere functies zijn mogelijk. Wat vaststaat is dat een eetstoornis een ernstige ziekte is die gepaard gaat met grote lichamelijke risico’s en een persoon volledig in beslag kan nemen. Het heeft een grote aanslag op zijn/haar levenskwaliteit en die van de omgeving.
Er zijn drie klassieke eetstoornissen te onderscheiden: